Σιγά σιγά

Aah Ikaria. Island of longevity. De mensen worden hier gemiddeld een jaar of twintig ouder dan in de rest van de wereld. En ik begrijp dat. Het is de derde keer dat ik hier nu ben en het leven hier is gewoon…..zoals het moet zijn. Ontspannen. Veel natuur. Geen haast. Nooit haast. Σιγά σιγά is het devies. Het betekent letterlijk vertaald slowly slowly. Maar hier wordt het gebruikt op een iets andere toon. Meer bemoedigend. Meer als neem je tijd.

Je merkt het in het verkeer. Niemand heeft haast. Bumperkleven doen ze hier niet. Nou zijn de wegen hier ook niet zo gemaakt dat je ‘even snel’ ergens heen kan. Smal, vol kuilen, zes miljoen bochten op een stukkie van acht kilometer. Want ja…bergen. Rustig aan. We komen er wel.

Horloges zie je niet. Het is niet zo dat er geen tijden afgesproken worden. Zo hebben we bij de Griekse lessen twee groepen. De eerste groep start om negen uur. De volgende om half twaalf. Maar ja…soms is de leraar er nog niet om negen uur. De studenten die voor het eerst hier zijn panikeren een beetje. ‘Zou ie wel komen? We beginnen toch om negen uur?’. Iemand pakt het lesschema erbij. Er wordt nog net geen zoektocht opgezet. ‘Ja er staat echt negen uur’. Iemand kijkt mij aan. Lichte paniek in de ogen. “Hij zal zo wel komen” zeg ik. “Ja maar als wij later beginnen dan beginnen jullie ook later. Of wij krijgen korter les”. “Het zal wel loslopen.” Zeg ik. “Misschien moest ie even uitstappen om een kat van de weg te jagen” (die blijven hier namelijk gewoon gezellig op de weg liggen als je aan komt rijden. En als ie dan weg is en je loopt weer naar je auto heb je kans dat het beessie alweer midden op de weg heeft plaatsgenomen). 😸 “Σιγά σιγά.”

En inderdaad. Om tien over negen zien we een stofwolkje op de oprijlaan. Opluchting alom.

Er zijn meer dingen waar de mensen aan moeten wennen. Zo vraagt mijn nieuwe buurvrouw waar ik mijn huissleutel laat. Ze is bang om hem kwijt te raken. “Oh, die laat ik gewoon aan de buitenkant in het slot zitten. Dan kan ik hem niet kwijtraken”. Dat vindt de buurvrouw toch nog een beetje eng. Ze heeft tenslotte haar spullen in huis. Maar na drie dagen zie ik ook bij haar de sleutel in het slot hangen. Er gebeurt hier niks. Als ik ‘s avonds mijn ipad laat liggen op de ontbijtbar ligt ie er ‘s ochtends gewoon nog. Naast de speaker van een andere cursist. Ik zie ‘s nachts een open handtas liggen en besluit die toch maar even aan een haakje te hangen. De katten vinden het nogal een interessant ding.

Na een paar dagen merk je dat iedereen begint te ontspannen. Soms nog onwennig. Zo gaan we ‘s avonds naar een Panigiri. Een groot feest waar wordt gegeten en gedanst. Als we klaar staan om te vertrekken vraagt iemand zich af of ie wel de juiste kleren heeft gekozen voor de temperatuur. Maar ja. Het is acht uur dus geen tijd meer om om te kleden denkt ze. Maar uiteraard is er nog tijd om om te kleden. We wachten gewoon eventjes. De een pakt er een sigaretje bij. De ander gaat nog even plassen. Iedereen blij.

De weg naar de Panigiri is zoals alle wegen op Ikaria. Net te smal voor twee auto’s en slecht verlicht. Als we er bijna zijn merken we al snel dat zowat elke inwoner van het eiland deze kant op is gekomen. Geen probleem want iedereen gaat dezelfde kant op op het smalle weggetje. Totdat een verdwaalde toerist probeert om tegen de richting in zijn weg te vinden. Dat gaat dus niet. Of toch wel?

Grigoris (onze gastheer) en de persoon achter ons stappen uit. Ze beginnen auto’s te dirigeren richting mini plekjes gevaarlijk dicht langs de afgrond. De een wordt twee meter achteruit begeleid, de ander juist naar voren. Iedereen doet braaf wat nodig is en stukje voor stukje (oftewel σιγά σιγά) komt het toeristenautootje verder. Niemand toetert. Niemand schreeuwt of scheldt. Daarna gaan we weer door. Niemand heeft het er ook nog over.

Ik geniet. Van de sfeer. Van de mensen, die altijd een glimlach paraat hebben. De natuur. Mijn avond kan niet meer stuk. En nou moet de Panigiri nog beginnen 👯👯👯

Vorige
Vorige

Panigiri

Volgende
Volgende

Ikaria 3.0